Klokmaker G. Westerdijk (1761-1828) - Franeker
Omstreeks 1770 worden in Friesland de eerste staartklokken vervaardigd en langzamerhand verdwijnt de populariteit van de stoelklok.
Eerst ontstaat de kortstaartklok en later de Friese staartklok. Het gangsysteem verandert van een spillegang naar een ankergang waardoor de staartklokken nauwkeuriger op tijd konden lopen. De kast van de klok is gemaakt van eiken en soms van iepenhout. De kap wordt veelal bekroond door 2 bazuinblazende engelen en een atlas of latoenkoperen schildjes.
Bijzondere exemplaren zijn staartschippertjes, kantoortjes of klokken met een mechaniek, zoals bijvoorbeeld een scheepjesmechaniek.
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.
Een luxere uitvoering van de gewone staartklok is de zogenaamde -dubbelkap- of -burgemeestersklok- . Deze variant laat een verhoogd front zien, een soort dubbele kap. De verhoging heeft aan de voorzijde en aan de zijkanten kleine beschilderde houten paneeltjes achter glas.
De houten kast is meestal roodachtig door het gebruik van meekrap.
Is tussen de beschildering ook nog het gemeentewapen afgebeeld dan zal deze klok zeker in de werkkamer van de burgervader hebben gehangen, maar ook rijke burgers en de grote boeren uit Friesland en Groningen zullen zeker met deze klok iets van hun rijkdom hebben willen laten zien.
Door hun zeldzaamheid zijn het ook nu nog steeds veel gezochte klokken.
Op de foto ziet u een klok welke gemaakt is door Gerke Westerdijk in de periode 1800-1820.
Met dank aan dhr. W. Soestbergen voor de toegezonden foto's.